DAT LIJKT EEN IDIOTE BEWERING,
maar dat zit zo. Er wonen slechts 219 mensen op het flinke aantal hectares
dat Oldelamer rijk is. Qua soort zijn de koeien zijn hier uiteraard de grootste
meerderheid, maar er leven hier ook meer dan duizend geiten. Deze diersoort is vooral bekend
van het legendarische aap, noot, mies
leesplankje uit 1910. Hierop staat de bok van het ras de Nederlandse Landgeit. Nu een wat minder bekend soort.
De meeste mensen denken nu bij het woord geit aan de witte melkgeit. Daarover
later meer.
Hank wil eerst even iets
vertellen over het aardige plaatje hiernaast. Dit tafereel is vastgelegd tijdens een keuring van
Neder-landse landgeiten in Leens (Noordwest Gro-ningen) Dit meisje
vond het prachtig dat dit geitje het gras letterlijk uit haar hand trok.
Klik op de foto voor de vergroting, hij is uit een iets ander hoek
genomen.
EEN KEURING BETEKENT WACHTEN
tot je aan de beurt bent. Hiernaast een foto van een Nederlandse Landgeiten
keuring in Harkema. Een Fries plaatsje ten noordoosten van Drachten dat vooral
bekend is van het zaterdag amateurvoetbal; 'de Harkemase Boys'. Vooraan staan hier
trouwens een paar 'Oldelamerse
Boys and Girls' en hun concu-renten.
Het wordt een lange dag. Eerst wordt de hoogte van het dier gemeten en later
wordt er individueel geparadeerd in een met linten afgezette grasveld. Elke geit
of bok wordt in een bepaalde categorie ingedeeld zodat een vergelijk mogelijk
is. Bij de anderhalf jarigen is het onderlinge verschil vaak toch erg groot.
DE NEDERLANDSE LANDGEIT.
Veel eigenaren hebben dergelijke bord-jes langs hun weiden staan,
omdat het soort bij de meeste mensen
onbekend is geworden. Met het eerder genoemde aap, noot, mies leesplankje
van Cornelis Jetses uit 1910 heeft Hank Dussen ook ooit leren lezen. Klik op de
knop voor de grote versie van het leesplankje die als voorbeeld destijds voor de
klas stond.
DE DUIZEND MELKGEITEN
leven aan de Hoofdweg op de boerderij van de familie Oosting. Daar staat een grote
melkgeiten-schuur met zo'n duizend exemplaren. Dat is op zich niet
uniek. Geiten worden over de hele wereld gehouden. Voornamelijk voor de melk en
het vlees. In Nederland staat het maken van melk voorop.
De laatste jaren is er een groeiende vraag naar
geitenmelk en het zijn vooral melk-koeienhouders met een wat kleiner
bedrijf die de overstap maken van koeien naar geiten. Wanneer een geit 1 jaar
oud is kan ze voor het eerst aflammeren en melk gaan geven. Een goede geit geeft
ongeveer 1000 liter melk per jaar. Melkgeiten zijn zijn er met en zonder hoorns.
Geiten met hoorns worden vaak onthoornd. Anders zouden ze elkaar kunnen
bezeren.
ESSE VERDONK
zit hier als een soort Billie Turf verkeerd om op een geit. Dat gebeurde
toevallig natuurlijk. We zijn hier op bezoek bij een geitenboerderij in Katlijk bij
Heerenveen. De geiten worden er gehouden voor de melk. Geitenmelk dient
als voeding voor de lammeren, maar het is ook uitermate geschikt voor de mens.
Wist je dat er wereldwijd meer geitenmelk, dan koeienmelk wordt gedronken?
Geitenmelk is qua samenstelling vergelijkbaar met koeienmelk, maar er zijn
belangrijke verschillen. De vetzuurmoleculen zijn kleiner dan het vet van koeien
en dus makkelijker te verteren. Het helpt vaak tegen tegen allergie en eczeem.
Als je een koemelkallergie hebt, blijk je vaak wel goed tegen geitenmelk te
kunnen. Geitenmelk is ook een volwaardige vervanger van sojamelk.
AMPER GEBOREN, MAAR TEVREDEN IN DE WEI.
Hier zijn we weer terug bij de Nederlandse Landgeit waar deze pagina vooral over
gaat.
De Nederlandse Landgeit bepaalde eeuwen-lang het gezicht van de geitenstapel in
ons land. Het ras is goed aangepast aan ons klimaat. Door kruising met meer
productieve buitenlandse rassen heeft de Nederlandse Landgeit op het punt van
uitsterven gestaan.
In de vijftiger jaren van de vorige eeuw waren er nog maar enkele exemplaren
overgebleven. Vanaf die tijd heeft een groeiende groep enthousiaste fokkers het
ras voor uitsterven behoed. Er zijn nu ongeveer 1200 geiten en 200 bokken
ingeschreven in het stamboek van de Landelijke Fokkersclub Nederlandse
Landgeiten (LFNL)
DIT IS DOEDE 'VAN DE BESTEVAER'.
Doede is een echte Nederlandse Landgeiten stamboekbok. 'van de Bestevaer' is
zijn achternaam of stalnaam. Die krijgen de bokken en geiten van hun bazen en bazinnen als ze voor het stamboek worden aangemeld.
Stalnamen zijn vaak
lyrisch of nostalgisch. Je komt de gekste namen tegen. Het is net een soort
alternatieve adel: 'Van de Sinnichheid' of 'Van't Lege Woold' 'Van de Minkenplaets'
'Van de Esrand' 'Van de Swingre Stee' 'Van het Mekkergilde' of 'Van de Oude
Melkfabriek'
Doede 'van de Bestevaer', die hier lekker staat te grazen, woont tegenwoordig op
het eiland Vlieland en wordt daar actief ingezet op een begrazingstraject op het
eiland.
DE NEDERLANDSE LANDGEIT
kenmerkt zich door een levendige en alerte gehorende kop met sik waarbij de
opgewipte neus overgaat in een holle neuslijn en een oplopend breed voorhoofd.
De Landgeit heeft een gemiddeld brede kop en kaken gecombineerd met grove
jukbeenderen en smalle kaaktakken.
De oogbogen boven de ogen zijn middelzwaar geprononceerd. De ogen zijn voldoende
groot en sluiten goed aan op de oogleden. De oren zijn vlezig, stevig, niet te
lang en licht naar voren staand. De pupillen van geiten zijn langwerpig
horizontaal. Een soort streepje. Maar dat zie alleen als ze op hun gemak zijn,
zoals deze dame hiernaast. Klik op de foto voor een
vergroting!
BIJ DE GEITEN
zijn de horens licht naar achteren gebogen en zijdelings wegbuigend, licht naar
achteren gebogen of ramsvormig. De bokken hebben zware liervormig gedraaide en
ramsvormige-, of sabelvormige horens. De Nederlandse Landgeit kenmerkt zich door
een levendige en alerte gehorende kop met sik waarbij de opgewipte neus overgaat
in een holle neuslijn en een oplopend breed voorhoofd.
De neusspiegel is breed en rond. De licht holle neuslijn, die loopt van vlak
achter de neusspiegel tot tussen de ogen, gaat over in een hoog voorhoofd met
voldoende breedte voor een middelzware tot zware horeninplant. De horens hebben
een brede horenbasis en zijn voldoende zwaar en regelmatig gevormd.
DE LANDELIJKE FOKKERSCLUB
Nederlandse Landgeiten (LFNL) is opgericht in 1982. Het hoofddoel van de club is
het bewaren van het oude nog vitale ras van de Nederlandse Land-geit. Dit doel
probeert ze te bereiken door het contact tussen fokkers en andere
geïnteres-seerden te bevorderen. De regionale clubs organiseren regelmatig
lezingen, bezoeken aan landgeitenfokkers, stallentochten en andere leerzame en
gezellige bijeenkomsten.
Hiernaast moeder en dochter; Blije en Elsje aan het eind van een mooie warme
middag. De dames liggen heerlijk te dutten in het voor-jaarszonnetje. Moeder Blije is al
vertrokken. Elsje houdt de cameraman nog een beetje in de gaten, maar valt nu
bijna om. Op de vergrote foto doet ze dat ook.
'WAAR GEBEURD VERHAAL OVER JUULTJE'.
Juultje werd op 30 april geboren, vandaar die naam. Ze is aanhankelijk en lief.
Haar baas, Harry Donkersloot, hobby geitenhou-der, heeft toch besloten haar te
verkopen. Je kunt ten slotte niet al je geiten voor jezelf houden. Juultje
verwisselt van eigenaar en leeft verder bij een nieuwe baas.
Jaren later loopt Harry op een jaarmarkt in Drenthe waar allerlei
dieren worden verhan-deld. Vooral koeien, paarden en varkens.
Harry is op zoek naar een ezel. Als hij langs een aantal geitjes loopt, wordt hij
herkend en nageroepen met een bekend gemekker. Harry draait zich om en ja hoor,
daar staat zijn Juultje aan een touwtje. Te koop. Harry vergeet de ezel en koopt
Juultje terug!
Klik op de foto voor een vergroting!
Zodra een landweggetje is bereikt, lopen de dieren los mee. Ze eten hier wat
gras, daar wat een paar wilgenbladeren en elders wat essenbladen En als je
doorloopt stoppen ze het eten om je rennend in te halen. Vooral geiten die met
de fles zijn groot gebracht, volgen hun baasje als een schaduw.