
ALS DE OOIEVAAR IS GEWEEST brengt hij nieuw leven en geluk volgens oude volks-verhalen.
De ooievaars is de eerste voorbode van de lente en het huis waarop de ooievaar en nest bouwt, is gezegend (goede oogst) en blijft vrij van allerlei onheil. (bliksem en ziektes) In 1910 waren er 500 broedparen in Nederland. In 1981 nog slechts drie. Bijna uitgestorven dus.
Daarom zijn Thomas en Anne Maarssen in 1984 op maar liefst zes hectare grond in Spanga 'Het Ooievaarsstation Spanga' gestart.
Als je op de foto
hiernaast klikt, zie je de entree van het station. Volgens Hank Dussen is het inmiddels uitgegroeid tot een grote privé vogel- en dierentuin. Kijk maar eens mee! 
MAAR OOK IN DIREKTE OMGEVING zijn natuurlijk ook veel ooievaars te bewon-deren. Op nummer
5 aan de Spangahoek-weg staan bijvoorbeeld nog twee oude elektriciteitspalen. Overblijfselen uit een andere tijd, maar wél bijzonder geschikt voor ooievaarsnesten. En die zitten er dan ook.
In de eerste paal, flink scheef gezakt, zit een groot nest van ongeveer een meter dik.
Het nest op de tweede paal is helemaal nieuw. Waarschijnlijk
is het gemaakt door jongen van de eerste paalwoning.
Als je goed kijkt zie je trouwens één van de ouders rechts in het weiland en het jong in het nest wacht op het voer en wast zich en schudt de veren op.
Als je op de foto klikt, zie je dat tafereel
nog beter!

DE
GASTEN tijdens de bezoekersdagen in de maanden mei, juni en juli
en augustus zijn met ingang van 2008 van harte welkom van
maandag t/m zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur. Er komt geen
openbaar vervoer voor de deur. De bezoekers uit de regio
komen met de fiets of zelfs lopend. Maar het grootste deel
van de belangstel-lenden komen natuurlijk met de auto.
Soms is het ook interessant vóór de ingang van het station.
Begin juli 2006 verschijnt de Citroën Club Noord Nederland
in Spanga voor een bezoek. Dat levert op zijn beurt ook weer een niet alledaags plaatje op voor de landerij van een echtpaar met een net zo onalledaagse hobby; het houden van- en laten opgroeien van (jonge) ooievaars
en andere dieren. 
HIER DE BEZOEKERS ZELF. Hank heeft een paar zaterdagen meegekeken en volgens hem zijn ze representatief voor de bezoe-kers aan deze privé ooievaarsstation en dierentuin. Veel grijze koppies onder de belangstellenden, maar ook veel kinderen. Als je op de foto klikt, zie je het publiek vanuit een andere hoek. DE OOIEVAARS zelf komen hier al begin maart,
soms al in februari, en beginnen vrijwel onmiddellijk met de nesten op orde te maken voor de paring. Volgens de boeken komen de mannetjes het eerst terug, maar daar gelooft Thomas niet veel van. 'Hoe kun je het verschil nou zien?' Hij is een man van de praktijk en heeft het niet zo op dergelijke boekenwijsheden. 
DE VAART BLIJFT ER IN. Want al na acht, negen dagen legt het vrouwtje al vaak haar eieren. Meestal twee, soms vijf. Vervolgens duurt het 33 dagen voordat de eieren uitkomen. 'Duiven doen daar 12 dagen over, kippen 21, dus de broedtijd zal wel iets met de grootte van het ei te maken hebben' zegt Thomas.
Gek genoeg zijn natuurgebieden slecht voor de ooievaar. In het gebied rondom het station woonden vroeger bijna 50 boeren, nu nog maar één. Op goed bemest cultuurland bevindt zich 200 kg wormen per hectare. In natuurterreinen is veel minder voedsel te vinden voor weidevo-gels.' In het lange gras vinden ze amper iets, terwijl ze op bewerkt land volop aan hun trekken komen.'

DAAROM hebben ooievaars nog steeds onze steun nodig.' zegt Thomas. Vogel-bescherming Nederland denkt daar anders over. In 2004 verschijnt een rode lijst waar o.a. de ooievaar niet meer op staat. Het aantal is weer op het 'oude niveau', dus is bescherming niet meer nodig!. Thomas is daar nog steeds verbolgen over. 'Die onzin heeft ons veel donateurs gekost' zegt hij.
'Wat is teveel, wat is te weinig? 'Het is maar de vraag wat er volgend jaar weer levend uit Afrika terug komt'.
'Wij vinden dat ooievaars nog steeds geholpen moeten worden'.
'Er zijn slechts een schamele 300 broedparen in Nederland'.
'En die zijn er alleen dankzij een aantal vrijwilligers
zoals wij en niet dankzij de Vogelbescherming, die doen
helemaal niets voor de Ooievaars! 
VOOR EEN GOEDE KIJKER valt er behalve de ooievaars nog veel meer te zien. Allerlei soorten eenden, ganzen en zwanen, witte kangeroes, herten en reeën. Maar ook een prachtig uitzicht op de Scheene aan het eind van het land- en watergoed. Vraag Thomas eens een rondleiding. Wel een paar goede schoenen, liefst laarzen meenemen.
Hieronder de moeder van de zwartkop-zwaan familie met drie jongen. Als je in het bezoekersgedeelte te dicht bij de omhei-ning van de dieren komt, stuift vader zwaan op je af. Deze zwartkopzwaan maakt een heel apart geluid. Het lijkt op een soort neusfluitje van vroeger. Ik weet niet of iedereen dit wat zegt. Een zuidamerikaanse panfluit kan ook. 
VÓÓRDAT je naar de tweede ooievaar pagina gaat, kun je nu het geluid beluisteren van klepperende ooievaars met daar tussendoor het roepen van de zwartkop zwaan (een soort neusfluitjes geluid) en natuurlijk het luide gekwetter van de eenden! Als de mannetjes hun nestplaats hebben uitgezocht bakenen ze hun territo-rium af door te klepperen. Hiervoor gooit hij zijn kop achterover en slaat de twee snavelhelften tegen elkaar. Klik op het knopje hieronder om het geluids-fragment te starten!
Lees alles!
|