DE
OOIEVAAR IS HELEMAAL TERUG! Het is verreweg de
meest opvallende vogel die je in het buitengebied kunt
tegenkomen. Met een goede nestplaats is hij hij zelfs naar
je erf te lokken. En dat loont, want de vogel is mooi en
spectaculair in zijn gedrag. Tussen februari en april
arriveren de ooievaars weer in de uierwaarden en natte
gronden van ons land.
De ooievaar is een plattelandsliefhebber bij uitstek. Hij
voelt zich helemaal thuis tussen de akkers en de weilanden.
Half open gras-land met een afwisselende, soms zelfs ruige
begroeiing is favoriet, een vennetje of een sloot onmisbaar.
Een nest op korte afstand van deze landschapselementen wordt
in het voorjaar zeer op prijs gesteld door de statige,
zwart-witte vogels. Klik op de foto
voor een vergroting!
ALS
DE OOIEVAARS een nest
eenmaal gebruiken, doen ze dit vaak jaar na jaar
opnieuw. Na de wintertrek komen de mannetjes vanuit
Afrika tussen maart en mei terug op hun oude
broedplaats. Direct na aankomst beginnen ze met de
restau-ratie van het nest. Een paar weken later
arriveren de vrouwtjes.
Het lijkt alsof het mannetje en het
vrouwtje elkaar trouw zijn, het maar schijn; ooievaars
zijn in de eerste plaats trouw aan hun nestplaats.
Tussen het opknappen van het nest door paren ooievaars
veel en vaak. Het broeden begint pas nadat de eerste
twee eieren zijn gelegd. Als je op
de foto klikt voor een vergroting, zie je een
mooi overzicht van de nesten in Spanga.
DAT
MANNETJES VOORKEUR HEBBEN voor een vaste partner;
blijkt uit het enthousi-aste en langdurige
snavelgeklepper zodra er een willekeurig wijfje in de
buurt van het nest landt. Door met zijn kop en hals
schuin naar voren en omlaag te bewegen, gevolgd door een
rok ver naar achteren, heet de ooievaarsman het wijfje
welkom, ondertus-sen hard klepperend met zijn snavel.
Hier-naast zie je het gebeuren.
Klik op de foto voor een vergroting!
Al baltsend probeert hij het vrouwtje voor zich te
winnen. Soms duikt na een paar dagen alsnog het vrouwtje
van vorig jaar op bij 'haar' plek. Dan is het nest te
klein. De oude bewoonster eist haar nest op, maar de
nieuwe bewoonster laat zich niet zomaar wegjagen. Met
als gevolg dat er gevechten uitbreken. De sierlijke
ooievaarssnavels
blijken dan geduchte steekwapens te
zijn.
EEN NEST VOOR DE OOIEVAAR. Ooievaars bouwen hun nest bij
voorkeur op een ste-vige vlakke ondergrond. Omdat er in
ons land weinig bouwsels meer zijn die ge-schikt zijn
voor een "spontaan' ooievaars-nest, kan het plaatsen van
een nest de vo-gels helpen. Stichting Ooievaarsbuitensta-tion De
Lokkerij verkoopt ingevlochten
nesten.
Het adres is Schiphorsterweg 28,
7966 AC De Schiphorst (gemeente Meppel), telefoon:
0522-442291 of
www.delokkerij.nl
Zelf bouwen kan
natuurlijk ook. Met de bouwte-kening hieronder, kunt u
direct aan de slag! Gebruik voor de hoofdpaal duurzame hout-soorten zoals eik, beuk,
linde, kastanje of robinia. Neem een paal die aan de
onderzij-de zeker dertig centimeter in doorsnede is.
DE
PAAL mag naar boven iets aflopen, naar maximaal achttien
centimeter. Het gehele nest wordt opgetrokken uit hout
Behalve de opstaande spijlen en de ring die de spijlen
met elkaar verbindt. De spijlen worden gemaakt van
randijzer: sla de spijlen in de iets te nauwe boorgaten
van het nestpla-teau. Las de ring op de spijlen. Door de
spijlen heen kunt u goed buigzame twijgen vlechten, om
het nest vorm te geven.
Gebruik hiervoor wilg, linde,
kornoelje, berk, grienhout enzovoort. Sla de takken
tijdens het vlechten met de hamer aan. zodat een dichte
structuur ontstaat. U kunt de binnen-zijde van het nest
bekleden met twijgen. Steek enkele twijgen door de
nestranden heen, om te voorkomen dat de bodem-e-dekking
wegwaait. Als je op de tekening
klikt, zie je volledige bouwschets!
ONDER
HET NEST worden twee keer twee blokken geplaatst.
Haaks op elkaar, rondom de hoofdpaal. Hierdoor creëert u
meer draagkracht en stabiliteit voor het nest. De
nestranden kunt u ondersteunen met drie of vier
hekpaaltjes. Zet voor extra stevigheid het gehele nest
vast met drie schoorpalen of ijzeren schoordraden. Let
op: De vermelde maten van de bouwteke-ning boven, zijn ter indicatie.
Hiernaast zie je zo'n typisch nest van de Lokkerij. De
metalen ring aan de buitenkant is echt opvallend. De
ooievaarsnesten in Spanga hebben een aflopende
buitenkant. Je ziet hiernaast trouwens een
ooievaars-echtpaar en hun jong in het midden. De laatste
is makkelijk te herkennen door zijn nog zwarte snavel.
Klik op de foto voor een
vergroting!
OOIEVAARS
HOUDEN VAN NAT GRASLAND. Met name
veenweidegebieden zoals in en rondom Spanga en uiterwaarden zijn daar-om populair
bij deze vogels. Hiernaast zie je één van de
schelpenpaden op het terrein van het ooievaarsstation in
Spanga. Er is onlangs flink geïnvesteerd in een aantal
verbeteringen. Hank laat ze één voor één even de
revue passeren.
Achter het groene hek links, heb je mooi
overzicht van de nesten. De paalnesten staan als het
ware voor je uitgestald. Sommige dichtbij, sommige
verder weg. Zelf dichterbij komen heeft geen zin. De
ooievaars zijn niet gediend van pottekijkers die op hun
lip c.q, snavel zitten en vliegen gegarandeerd weg.
Kortom dichtbij komen verstoort de rust.
Klik op de foto voor een vergroting!
JE
ZIET HET GOED! Muisparkieten bovenop de
buitenvolière. Waarschijnlijk proberen ze hun
soortgenoten in de volière een beetje jaloers te maken.
Het is een parkietsoort die in het wild bij uitstek goed
gedijt. Muis-parkieten bouwen zelf hun nesten in bomen.
Ze maken van kleine takjes hele grote nes-ten en leggen
ongeveer 6 à 7 eieren. Hun voedsel bestaat uit appels en
het zaad-eters. Het zijn koloniebroeders, dus soms
zitten er wel 100 nesten bij elkaar!
Op het terrein bevindt zich ook een
grote buitenkooi met bijzondere vogelsoorten. Ín die
volière zie je halsbandparkieten, dia-mantduifjes,
agaponissen, fazanten, kwar-tels, kanaries en in de vijver
koykarpers. Als je op de foto klikt, zie de
volière in z´n volle glorie en kun je met je eigen ogen waarnemen dat Hank
echt niet overdrijft!
HET
WOORD WALIBI STAAT VOOR MENIGEEN
voor een pretpark bij Biddinghuizen in de Flevopolder.
Een echte wallabie (twee ellen)is de naam die wordt gegeven
aan kleine tot middelgrote
kangoeroes. Een aantal witte exemplaren zijn ook
in Spanga te zien. Er is geen vaste grens die zegt
wanneer een kangoeroe een wallabie is, en wanneer niet.
Het woord wallabie komt uit de taal van de Eora, een
Aboriginalstam die oorspronkelijk leefde in het gebied
waar nu Sydney ligt.
Over het algemeen wordt de naam gebruikt voor één van de
kleinere soorten kangoe-roes
waaronder de Bennettwallabie en de Zandwallabie.
Hiernaast links zie je er één. Maar als je op de foto klikt,
zie pas hoe groot deze 'kleine' kangeroe , die op de
foto hiernaast rustig in het zonnetje ligt te slapen,
evengoed nog is ...

SCHEPNET OP EEN
NIEUWE VLONDER. De zes hectares van het
Ooievaarsstation grenzen aan de Scheene. Dat stroompje
ziet eruit als riviertje, maar een turfkanaaltje is dat
rond 1200 gegraven moet zijn. Je kunt zien dat het
gegraven is omdat de Scheene niet de hellingen van het
landschap volgt, maar als een rechte lijn door gebied
loopt.
Er is nu een fraai terras gebouwd aan de Scheene zodat
je nu een prachtig uizicht over de naburige akkers hebt
en de ooievaars daar ook kunt bewonderen, maar ook
kanovaarders voorbij kunt zien komen. Kennelijk zit hier
ook veel vis. Dit oude, maar prachtig schepnet staat
hier niet voor de sier. Als je op
de foto klikt, zie je het uitzicht op de Scheene
vanaf de vlonder.
OOIEVAARS LEVEN VAN ALLES
wat er rond de boerderij krioelt. In het hoge gras
zoeken ze naar muizen, kevers, sprinkhanen, wor-men,
mollen, jonge vogels, vissen en soms zelfs een
verdwaalde rat of een slang. Geza-menlijk over het land
stappend leren de jonge ooievaars de technieken en
trucjes die nodig zijn om muizen, mollen en allerlei
andere eetbare beesten te verschalken.
Je kunt een ooievaar zelfs wel eens met een gevangen rat
naar een sloot zien stap-pen. Daar houdt hij zijn prooi
onder water: niet om die af te spoelen, maar om die te
verdrinken. Een halflevende rat eten kan namelijk
gevaarlijk zijn. Mede door dit dieet heeft
de ooievaar in Nederland slechte tijden gekend. De
populatie stond op het punt van uitsterven.
Klik op de foto voor een vergroting!
IN
EEN TIJDSBESTEK van slechts tientallen jaren veranderde het platteland door
bemesting, bemaling en het toenemende gebruik van
landbouwmachines en bestrij-dingsmiddelen. Terwijl het
de boeren voor de wind ging, nam het aantal prooidieren
af en daarmee de voedselvoorraad voor de ooievaar.
Bijkomende zaken als nieuwe, gevaarlijke hoogspanningsmasten op de trekroutes maakten dat de
vogels sterk in aantal achteruitgingen.
Met het opzetten van
ooievaarsstations, zoals in Spanga en De Schiphorst
werden geleewiekte ooievaars gefokt en
zo ver-zorgd dat ze de Hollandse winters konden
overleven. Deze dieren hebben zich succes-vol vermengd
met de wilde ooievaars. Tegenwoordig telt ons land weer
zo'n vijfhonderd nesten. De ooievaars zijn terug!Klik op de foto voor een vergroting!
'T
HUUSIE. Drie keer raden waar dat voor staat...
Inderdaad er is nu ook een toilet voor bezoekers en niet
zo'n kleintje ook! Naast de prima koffie en de
ver-krijgbare frisdranken is nu ook voorziening die
letter-lijk in een grote- of kleine behoefte voorziet.
Kortom er geen reden meer denkbaar om het
Ooievaars-station Spanga niet te bezoeken.
Klik op de foto voor een vergroting!

De meeste foto's op
deze pagina zijn van Hank Dussen de bouwtekening en de
bijhorende nestfoto komen uit Landleven; editie maart 2008.
Lees
alles! |