PAASVUREN GAAN AL EEUWEN MEE Het verschijnsel paasvuur is eeuwenoud en hypermodern tegelijk. Dat biedt een ga-rantie voor het voortbestaan, want een traditie die zich niet aanpassen of ver-nieuwen kan, sterft uit. Paasvuren niet, al werden ze begin negentiger jaren stevig bestreden. Maar net als in de 17de eeuw overleefde de traditie in de 20ste eeuw de aanvallen ook. Paasvuren zijn eeuwenoud èn geheel bij de tijd, want in 1999 stonden ze al in kleur op Internet. Ook in de Stel-lingwerven zijn paasvuren populair. Altijd zo geweest. Hier één van de vele paas-vuren in de buurt op 1e paasdag.
SCHRIJVEN MET VUUR kreeg Hank als reactie toe hij de foto links aan z'n broer liet zien. Het is een close-up van de vuur-vonken met een wat langere sluitertijd, waardoor roden lijnen lijken te schrijven. Paasvuren worden ook elders in een groot deel van Europa aangestoken. Hiervoor wordt, vaak weken tevoren, veel hout verzameld en op een grote bult gelegd die soms tientallen meters hoog is. Als het duister invalt wordt het geheel aange-stoken. Het spektakel trekt vaak veel toeschouwers en meestal is het een echt dorpsgebeuren. De paasvuur noordgrens in europa loopt door Denemarken en de zuidgrens door Zwitserland en Oostenrijk. IN NEDERLAND zijn de meeste vuren in Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel en Gelderland, met name in de Achterhoek. Ook in de Stellingwerven en in NoordBra-bant komen veel paasvuren voor. Het betreft hier een oud gebruik waarvan verondersteld wordt dat het een voorchris-telijke oorsprong heeft. In de 17e eeuw werden er vanuit de protestantse kerk pogingen gedaan om deze traditie om zeep te helpen. Aan het eind van de 20e eeuw kwam het paasvuur weer onder druk te staan door strenge milieuvoorschriften. In de meest plaatsen resulteerde dit in ge-meentelijke bepalingen die onder andere voorschrijven dat alleen snoeihout op de paasvuurbult gelegd mag worden. De foto hiernaast lijkt misschien mislukt, maar Hank vind hem heel bijzonder! (Die lucht!)
ONDERZOEKEN We weten dat door twee onderzoeken over paasvuren als 'levend erfgoed' Paasvuren onderzocht. Het eerste onderzoek was begin jaren negentig, toen Ton Dekkers Twentse paasvuren (Holten e.o.) onderzocht. Hij publiceerde in het Volkskundig Bulletin 1993 daarover: 'Paas-vuren, een veranderlijke traditie tussen toerisme en lokale identiteit'. Paasvuren bleken goede kanten te hebben. Het mooist was de conclusie dat ze een geac-cepteerde culturele waarde hebben, die in de paasvuurgebieden geen nadere uitleg behoeft. Waarvan akte!
HET TWEEDE ONDERZOEK is in 1999 begonnen met een enquête onder alle gemeenten in de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel en Gelderland en de Stellingwerver gemeenten in Friesland. Gevraagd werd naar het voorkomen van paasvuren met vergunning (dan wel ontheffing van verbodsbepalingen), alsmede 'illegale' paasvuren. Ook is de gemeenten verzocht te melden of er problemen waren en welk type aanvragers paasvuren wilden branden. Tot ieders verbazing reageerden binnen twee maanden zo'n 120 gemeenten door het antwoordformulier per post of per e-mail in te sturen. Paasvuren genieten warme belangstelling. Dankzij de begeleidende publiciteit reageerden ook belangstellende particulieren met aanvullende informatie.
ZO STUURDE een in 1920 geboren mevrouw haar jeugdervaringen op: 'Als meisje was het helemaal niet leuk, want je werd altijd zwartgemaakt'. De schrijver H. van Goor van het boek 'Vlucht uit het dodendal van de Neckar' reageerde ook. In het eerste hoofdstuk staan zijn jeugdherinneringen aan het paasfeest met de paasvuren in Twente! De onderzoeken en het aanvullend materiaal geven een goed beeld hoe het er nu voorstaat met dat oude gebruik en waar het nog knelt bij de bestuurders, 'boakenbouwers' en milieuhandhavers.
SOCIAAL VUUR Dat oude gebruik is bekend bij mensen die zijn grootgebracht in de paasvuurgebieden. 'Vreemdelingen' staan nog wel eens vreemd ten opzichte van dat heftige vuurgebruik in het openbaar. Zij klagen ook eerder over rook- of roet-overlast. Voor hen heeft het gedoe van takkebossen en stro slepen en stapelen, gevolgd door het opbranden van een gigantische bult snoeihout nog niet de 'geaccepteerde culturele waarde' die de inboorlingen er vanouds wel aan geven. Het 'geheim van het paasvuur' moet hen uitgelegd worden; later gaan ze de lol er vanzelf wel van inzien. Een van die leuke dingen is het sociale karakter, een paas-vuur verbindt de omstanders. Je praat makkelijker met elkaar, ook met vreem-den bijvoorbeeld.
OUD GEBRUIK De paasvuren behoren tot de z.g. traditionele 'jaarvuren', die in bepaalde jaargetijden ontstoken werden en worden. Het paasvuur hoort met de meivuren (Waddeneilanden) tot de voorjaarsvuren. Het St. Johannes- of midzomervuur ('Johannisfeuer') dat in Zuid-Duitsland, en Zwitserland gebrand wordt, valt op of omstreeks 22 juni. (Het weekend ervoor of erna mag ook, al naar het uitkomt). Zo zijn er in Europa ook Martinusvuren op Sint Maarten (11 november). In Noord-Neder-land is het 'lichielopen' daar nog familie van. Het midwintervuur zit min of meer verdoken in oudejaarsvuren en de kaars-jes met Kerstmis.
DE VUURTRADITIE komt voort uit het verlangen naar zon en vruchtbaarheid en vreugde om (terugkeer van) de zon. Volgens de overlevering zouden het lichtschijn-sel, vonken en rook een weldadige uitwerking hebben op de vruchtbaarheid van de velden. In Duitsland heb-ben ze een variant op de paasbult. Daar wordt een me-tershoog rad omwikkeld met brandbaar spul, dat bran-dend een helling afdavert. Kinderen vergeten zo'n sfeervolle ervaring nooit meer. Heel bijzonder was 1997, toen de komeet Hale-Bopp boven het paasvuur helder aan de avondhemel stond. In 1999 bij het paas-vuur vroeg een kind dus: Meneer, komt die komeet er ook weer bij?
Lees alles! |