Welkom in de rotte gemeente! Dat hoor je namelijk als je deze naam snel uitspreekt. 'De Rottige Meenthe' is een uitloper van het
veel grotere natuur-reservaat de Weerribben in
Overijssel. Het wordt dwars
doorkruist door een riviertje 'de Scheene'. Maar ook door een regionale tweebaans
80 kilometer weg; de N451. Onwillekeurig doemen bij Hank nu de recente plannen om het Naardermeer te
ondertunnelen op. De weg is bekend als
de Peter Stuyvesantweg en is druk, maar stelt
natuurlijk qua westerse maatstaven niets voor. Peter Stuyvesant, de ontdekkings-reiziger geniet
lokale bekendheid. Hij werd geboren in Peperga. Een dorpje ten zuiden van Wolvega.
'DE NIEUWE SLUIS'.
Als je hier bekend bent of voldoende op het bovenstaande landkaartje gestudeerd
hebt, weet je exact waar deze foto genomen is. Het is 'de nieuwe sluis' van 1914
in de Scheene. 'Nieuw' is in dit geval dus al bijna honderd jaar geleden.
Allemaal nodig voor het
aardgas van de negentiende eeuw: 'turf' geheten. Ook dat zat hier volop in de grond,
maar moest per schip worden afgevoerd. Veel veel smalle watertjes
werden verbreed en 'schipsloten' genoemd. Om het verschil in waterhoogte te compenseren
waren er sluizen nodig zoals deze. Door de week zie je er weinig mensen,
maar in het weekend is het druk. Dat is ook begrijpelijk. Het is klein, maar nog
volkomen in de originele staat. het geeft een goede indruk van wat 'het goud'
van destijds voor impact had op dit gebied.
HET
BESTUUR VAN 'DE GROTE VEENPOLDER',
waar dit gebied deel van uitmaakt, poseert gewillig voor de man met de kamera. De sluis is bijna
in bedrijf dus moet dit bijzondere wapenfeit op het celluloid worden vastgelegd.
De bobo's van toen poseren strak in het pak. Trots, een aantal rokend maar allen
met grote petten of hoeden op.
Het zijn; A.J. De
Ruiter, J. Th. Kemme, Inne Bergsma, Bouwe de Vries en Albert Schaap. Maar hoe diep is het hier
eigenlijk? Nou, dàt valt tegen. Hank rekent het je
even voor. Onder de vijf mannen, zie je een tunneltje, dat is de overstort, een
soort minisluisje. Op de foto hierboven lijkt die kompleet
verdwenen, maar op de vergroting zie je nog nét het bovenste randje boven het
water uitsteken. Kortom, het was hier ooit maximaal twee meter diep.
"DE NIEUWE SLUIS'
anno 2006. De eerste sluisdeur is niets veranderd. De tweede, richting Heloma-vaart
of Jonkers eigenlijk ook niet veel, behalve dat de loopbrug boven de tweede deur
nu ook voor fietsers geschikt is gemaakt. Kompleet met antislipmatten. Dus even
een aanloopje, én hupsakee, kun je er zonder
afstappen overheen. Vergt wel enige heldenmoed. De meeste fietsers stappen hier
dan ook af.
Of Koningin Juliana het in 197.?
wel heeft aangedurfd, weet ik niet. Maar dat ze hier op de fiets rond
gereden heeft, staat onomstotelijk vast. Er zijn geen foto's van, maar iedereen
bevestigt dat. Trouwens, wie weet wat dat
ding op de foto hierboven aan de rechter kant van de sluis is? Ook soort mini
vuurtoren? Laat het mij weten!
'DE LAATSTE STUIVER'
heet dit huisje. En dat is niet toevallig. Als je op de foto klikt, zie je het
in z'n geheel. Het
was ooit de naam van een bekend schipperscafé, dat hier gehuisvest was.
Toch nog even in de buidel tasten voor een allerlaatste borrel voor die lange tocht met
het turf van friesland naar het westen begint.
De laatste stuiver is ook een naam die de kracht van alcohol
verwoord en helemaal voor zichzelf spreekt. De eigenaar van
het etablissement in die tijd heette Jan Jalving. De Scheene houdt hier op en
gaat, nà de sluis, over in de Helomavaart, die hier met een soort dubbele haakse
bocht strak achter ligt. Deze vaart is een saai recht functioneel kanaal met zomers
vooral veel voorbij trekkende bootjes.
MAAR TERUG NAAR DE
SCHEENE.
Nu wat verderop, gezien
vanaf het 'Ale Bakkers Broggien'. Het staat linksonder op de landkaart bovenaan de pagina. Het wateroppervlak is hier
spiegelglad en de rivier is hier best best
breed. Dat dateert uit de tijd van veenafgravingen. Broodnodig voor
afvoer van het turf. Het woord 'Scheene'
betekent overigens scheiding.
Een schrijver, Bert Veenstra, beschrijft het heel poëtisch. 'De sloot verdeelt de wereld in tweeën,
voor altijd. Maar het water vloeit vereend af naar breder
stroom, zich schikkend in de eeuwige kringloop, waarin alles
zijn eigen functie heeft. Vroeger, nu en voor altijd.' Het
is ooit een kleine veenstroom geweest, die later verbreed is
voor de turfschepen'.
DE SCHEENE EN DE ROTTIGE
MEENTHE wordt omgeven
door tal van dorpen. Maar ook ín het gebied woonden
mensen. De turf, het rietsnijden en visvangst gaven wat werk. Een enkele keuterboer
heeft zich aan de Scheene gevestigd. Inmiddels staan er aardig wat huisjes, maar
niet te veel om het landschap te overheersen.
Maar de echte vraag is
natuurlijk, wie is Ale Bakker? Een bruggenbouwer? Een bekende bewoner? Hank's
vaste bronnen bleven hem het antwoord schuldig. Maar de
oplossing is binnen. Ale Bakker woonde in het huis met het rieten dak bij de
brug. Ale was rietdekker.
HET NATUURGEBIED
de Rottige Meenthe wordt in onze tijd een groot gebied van 800 hectare verstaan.
Als je de Brandemeer meerekent zelfs 1100 hectare. Oorspronkelijk sloeg de naam
op een veel kleiner gebied van 30 of 40 hectare, aan de zuidzijde van de
Stuyvesantweg. Tot 1900 behoorde het aan een boerderij aan de Lindedijk. Het was
blauwgras, dus zeer slecht land met weinig opbrengst. Het land kon slechts
eenmaal per jaar gemaaid worden. Omstreeks 1900 is het grondig uitgebreid.
Het natuurgebied wordt begrensd door het voetpad, de Helomavaart en de
riviertjes Tjonger en Linde. Het landschap sluit aan op de natuurgebieden van de
Weerribben en de veenplassen bij Giethoorn.
DIT CULTUURLANDSCHAP
is door twee factoren ontstaan: in de eerste plaats door de ontginning-en in de
middeleeuwen en in de tweede plaats door de verveningen en de daaropvolgende
herontginingsfase.
Zo zijn bijvoorbeeld in het midden van de achttiende eeuw de petgaten ontstaan. Toen
introduceerden Noordwest-Overijsselse verveners het
zogeheten slagturven. Daarin werd met een beugel de turf tot
ónder de waterspiegel weggebaggerd en ontstonden er
langwerpige plassen
die zich onder invloed van de wind verder uitbreidden. In
1826 kondigde koning Willem I beperkende maatregelen af en
deed het verschijnsel veenpolder zijn intrede.
SMALLE SCHELPENPADEN doorkruizen
het gebied ten noorden van de N 351. Wandelen kan ook natuurlijk, maar de fiets is dan ook het ideale voertuig om veel
van dit gebied te ontdekken en bekijken.
Op de foto hiernaast zo'n
karakteristiek stukje schelpenpad. De grip van de banden maakt dat je makkelijk
slipt en de schelpen veroorzaken een continue gekraak onder de fietswielen. Hier
keihard racen heeft dus absoluut geen zin tenzij je graag een schaafwond wil
oplopen. Bijzonder is ook dat het gebied toegankelijk is voor honden. Mits
aangelijnd.
VERPLICHTE WAAGHALZERIJ
heb je er ook. Wat dacht je van dit bruggetje. Niks bijzon-ders zo lijkt het. Maar
de eerste drie meter gaan flink omhoog en de leuning begint pas in het midden!
Recht vooruit kijken dus en dapper doorfietsen en niet hopen op tegen-liggers met fietstas.
Dat bekoop je
gegarandeerd met een nat pak.
Hiernaast
weer de Scheene nu met de sluis in je rug. Als je op de
foto klikt zie je de Scheene iets naar links. Maar ook hier weer dat mooie verstilde effect door het rimpel-loze wateroppervlak.
Hieronder een Quick-time filmpje van de Scheene één
kilometer verderop. Het is april 2007. Je hoort en ziet twee windmolentjes die
je zachtjes ratelen. Het is gezichtsbedrog. In werkelijkheid draaien de wieken
namelijk vele malen sneller de andere kant op!
BIJZONDER!
Het is eigenlijk een rare gewaar-wording als je je realiseert dat dit waterrijke
gebied hoger ligt dan de omringende landerijen. Daar is het laagveen allemaal
afgegraven en ligt het maaiveld een halve tot een hele meter lager dan deze
Rottige Meente. Het gebied is volgens Staatsbosbeheer dan ook voor te stellen
als 'een tafel op steeds langer wordende poten'.
Het eigen gebiedswater stroomt daardoor
toch nog weg. Er is onder andere met Europees geld een plan gemaakt voor 'Gebiedsgerichte
Bestrijding Verdroging' in deze Grote Veenpolder. Op bepaalde plaatsen langs het
Scheenepad zie je duidelijk dat het aangrenzende land lager ligt dan de Scheene.
De kronkelende paden voeren af en toe heel
dicht langs het water en dan weer via een omweg langs weilanden.
ZEER SOMPIG.
Er
hangen druppels aan alles wat tak, twijg of blad is. Sommige plaatsen van
het pad zijn zeer zompig en daar zijn uit voorzorg planken gelegd. Opmerkelijk
is dat de gebruikte kletsnatte houtsoort absoluut niet glibberig is. In het
grasland bij een huisje ligt een 'dooie punter'. Een vroeger gebruikte schuit,
vier keer z groot als een roeiboot,
die nu op het droge ligt. Het is een oceaanreus voor fantasievolle kinderen.
Een gedeelte van het landschap met
petgaten en ribben is ontgonnen. Een ander deel met name ten noorden van
het voetpad, is echter onont-gonnen gebleven. Hier ontwikkelde zich een flora en
fauna, die uniek te noemen is. De zeldzame vuurvlinder komt hier onder andere
voor.
ALLEEN BOOMSOORTEN
die van water houden, gedijen hier. Een enkele populier komt wat hoger boven de
elzen en berken uit. De els is een ondergewaardeerde boom. Het wintersilhouet
van de els is sierlijk: een boom om te etsen. Vooral hele singels van elzen
geven het landschap iets 'fijnmazigs'.
Om je heenkijkend krijg je een goede
indruk van dit laagveengebied; afwisselend petgaten en voormalige legakkers,
hoog riet en gras met daarbovenuit de kronen van de elzen. Veel watervogels
foerageren in dit natuurgebied: eenden, futen en reigers. Roofvogels als
kiekendief, ransuil, torenvalk en buizerd voelen zich thuis in deze wildernis.
In het voorjaar hoor je de kieviet, wulp en grutto op de gemaaide rietlanden en
de omringende weilanden.
HET BOEIENDE
van de Rottige Meenthe is de verscheidenheid van de landschappen. Als het
petgat niet open gehouden wordt, gaat het verlanden; eerst waterplanten, dan
riet en vervolgens vestiging van els en berk, met moerasbos als eindstadium.
Hank heeft daar natuurlijk ook een mooie foto van gemaakt, maar die is door de
jury als minder ogend afgekeurd.
De foto hiernaast is daar ook een mooi
voorbeeld van. Weer genomen vanaf dat 'Ale Bakkers Broggien'
maar nu met de lens
richting Munnikeburen. Hier gaan de petgaten langzaam over in reguliere
weilanden.
SPINNERAGGEN EN LOOPPLANKEN.
Sterk ingezoomd en weer dat fraaie stilstaande water. Als je de rest van de
tekst op deze pagina hebt gelezen, weet je inmiddels waarom. Waar komt de naam 'Rottige Meente'
vandaan? Meenthe duidt op gemeenschappelijke weidegronden of op woeste,
nog niet ontgonnen gronden. Het woord 'Rot' heeft verschillende betekenissen.
Het betekent slecht land, of land met weinig opbrengst.
Veenachtig,
moerassig, laaggelegen land wordt in verschillende streken rotterik, rottering,
rot, rotte wei, of rotte genoemd. De Stellingwervers kunnen er rottige van gemaakt hebben; de
verandering van -inge in -ege of -ige komt in het Stellingwerfs wel meer voor.
DE MOLENS.
Waar zijn ze gebleven? Vermoedelijk meegenomen door de man die met molentjes
loopt. Op oude foto's zie je er hier nog ontelbare in de buurt. Maar dit is een restant van van een bijzondere variant; een watermolen oftewel een gemaal.
Begin twintigste eeuw nog bittere noodzaak, nu niet meer dan een betonnen
restant. Hé, dat is bijzonder, beton hadden ze toen ook al! De
solide constructie was
nodig om een krachtige weerstand aan het water te kunnen bieden.
Als je op
de foto klikt zie het originele schoepen-blad dat nu muurvast zit, maar
vermoedelijk in de loop de tijd honderdduizenden liters water heeft weggepompt.
TEN SLOTTE, honderd meter van het
molenkarkas hierboven verwijderd een ander exemplaar uit 1871, dat prachtig in
oude glorie wordt hersteld. Bijna klaar, alleen de wieken nog.
Vermoedelijk is het een particulier initiatief. Maar het resultaat is er niet
minder om! Deze molen is van verre te zien omdat het aan de rand, strak naast
het gebied staat en dus van zowel Oldelamer als Oldetrijne goed te zien is. Als
je op de foto klikt zie je het uizicht vanaf de molen. Een oerhollands
landschap, een kaarsrecht schelpenpad
en de Helomavaart.
Bij het
samenstellen van de tekst is Hank Dussen geïnspireerd door
eerder werk van Romke Joustra, Edward Houting en de heren Crompvoets,
De Groot en De Raat-Giljam.
Lees alles! |