IK WEET HET, DE WEERRIBBEN ligt buiten de gemeente- en provinciegrens, maar Olde-lamer grenst wéldegelijk aan de uitlopers ervan. "De Rottige Meenthe" heet het gedeelte hier en is zeer beperkt toegan-kelijk. De Weerribben zelf gelukkig wat beter. Je kunt er op verschillende plaatsen bootjes huren. De z.g. "fluisterbootjes" worden aangedreven door milieuvriendelijke elektromotoren. Deze foto is bij Ossenzijl genomen. Je kunt hier, maar ook andere plaatsen het natuurgebied in. Praktisch overal kun je deze bootjes met accu's onder zitgedeelte. (de bun) De exemplaren hier links worden verhuurd door de familie Vaartjes. Daar kan ik ook niets aan doen... STIL EN GEEN STANK! en veel sneller dan een kano. En je kunt ook naar de wat stillere gebieden. Wél moet je regelmatig de vin vrijmaken van allerlei waterplanten, die zich in een mum van tijd om de vin heen wikkelen. Buiten de normale vaarroutes varen, leer je dus snel af. Maar de tocht heeft wél een hoog "Jij en ik in een bootje!" gehalte (The Fourjo's; 1961) Alleen, een fluistermotor beeldvullend, is een saai, dus zie je het panorama achter de boot als je op de foto klikt! HET ONTSTAAN. De Weerribben en gebied bij Oldelamer zijn in de afgelopen eeuwen ontstaan door het afgraven van veen voor turfwinning. Het dorpswapen van Oldelamer is er zelfs volledig aangeweid. Sporen van de turfwinning zijn duidelijk in het landschap terug te vinden. Ook in de gebiedsnaam. ‘Ribben’ zijn smalle stroken land waarop de uitgebaggerde turf te drogen werd gelegd. ‘Weren’ of ‘petgaten’ zijn verveende delen die weer volliepen met water.
NA DE VERVENING groeide het open water geleidelijk dicht en bepaalde de rietteelt de aanblik van het landschap. Het oude verveningspatroon bleef echter bestaan. Water overheerst in De Weerribben. Alle planten en dieren die er voorkomen zijn ervan afhankelijk. Die natuurlijke rijkdom is heel bijzonder. Zeker bij een 'wetland' van deze omvang.
DE RIET-HOOILANDEN worden jaarlijks gemaaid, omdat ze anders in moerasbos veranderen. Door het maaisel af te voeren, blijft het hooiland schraal. Er groeien bijzondere planten als rietorchis en dotterbloem. Langs de slootkanten staat waterzuring, waar de grote vuurvlinder zijn eitjes op afzet. De rupsen eten van dezelfde plant en verpoppen er vervolgens ook. Natuurmonumenten let er bij het maaien van de hooilanden op dat deze plant, evenals de nectarplanten kattenstaart en koningin-nenkruid, blijven staan. De grote vuurvlinder komt alleen nog in de Kop van Overijssel voor en op enkele plaatsen in Friesland.
SOMMIGE STUKKEN riet maait Natuurmonu-menten eens per twee, drie jaar. Hier ontstaat overjarig, beschut riet waar grote karekiet en roerdomp hun nest in bouwen. De graslanden worden laat gemaaid, zodat weidevogels als grutto en watersnip hun jongen kunnen grootbrengen. De plaatselijke bevolking schakelde rond 1920 geleidelijk
over op rietteelt. In en langs de ondiepe verveende petgaten groeiden weer water- en oeverplanten, die een bodem vormden waarop zich rietlanden ontwik-kelden. Rietteelt werd een belangrijke bron van inkomsten. De kwaliteit van het Overijsselse riet – gebruikt voor dakbedek-king – was zo goed, dat het in heel Europa bekend is. (Riet van Keienberg)
DOOR DE AANLEG van de Noordoostpolder trad vanaf het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw een geleidelijke verdroging van het gebied op. De oorzaak was het wegzijgen van het water in Noordwest-Overijssel door de lage grondwaterstand in de nieuwe polder. Het gevolg was dat de rietlanden minder nat werden, wat het vol groeien van de natte stukken – het verlandingsproces – versnelde.
DIT VERLANDINGPROCES kent verschillende stadia, waaronder zeldzame drijftillen en trilvenen. Dit zijn dunne drijvende vegetaties die met het water meebewegen. In trilveen groeien onder meer schorpioenmos en bijzondere zeggen- en orchideeënsoorten. Om de verschillende verlandingsstadia met bijbehorende dieren en planten te behouden, maakt Natuurmonumenten dichtgegroeide trekgaten open en worden nieuwe trekgaten gegraven. Deze gaten groeien vervolgens weer dicht.
WAT IS DIT? Stuur het goede antw... Nee hoor, ik ga het je nu vertellen. Het is een detail van één van de talloze windmolentjes die in het gebied staan. Een molenwiek dus. De meesten exemeplaren hebben kunst-stoffen wieken, maar deze is van metaal en prachtig verroest. Als je links hiernaast op de foto zelf klikt, zie de molen in volle glorie!
HIER ONTSTAAT na vijftig tot zestig jaar moerasbos, dat bestaat uit els, wilg en berk. Zo’n moerasbos is waardevol voor zangvogels als de wielewaal. In de zomer vissen grote groepen aalscholvers in het gebied. ’s Winters verblijven er veel eenden als grote zaagbek, kuif- en tafeleend. In de zomer broeden de purperreiger en snor in overjarig riet. In juli 2002 zijn zeven otters geherintroduceerd in De Weerribben, een gebied van Staatsbosbeheer dat grenst aan De Wieden. Eind oktober en begin november zijn in twee groepen nog eens acht otters in het gebied uitgezet. De laatste Nederlandse otter stierf in 1988.
MEER WETEN over dit project? Lees het artikel op de website http://www.terugkeer-otter.nl
Lees alles! |