WE ZIJN
TOCH NIET VAN DE WERKVERSCHAFFING? geldt nog steeds een
gevleugeld gezegde voor nutteloos werk. In de jaren 1920 tot 1940 was het echter
de bittere werkelijkheid. Na de beurkrach in 1929 raakte de
wereld, dus ook Nederland in een diep economisch dal.
Minister president Colijn wilde geen staatsschuld opbouwen en de z.g. 'gouden standaard handhaven'.
Gevolg: nog meer werkeloosheid dan de landen om ons heen.
35% procent
van de werkende Nederlandse bevolking raakte werkloos. In
noord Nederland was het zelfs nog erger. Grote groepen
mannen werden bij wet verplicht om zich zes dagen in de week
voor 11 gulden in het zweet te werken. Met als enig
hulpmiddelen; de schep en de kruiwagen.
Het was in feite een methode van armenzorg waarbij de armen
te werk werden gesteld en waarmee aldus de kosten van
uitkeringen gedrukt konden worden.
In Noord Nederland droegen de diaconieën in de 17e en 18e
eeuw ook al zorg voor een bepaalde vorm van
werkverschaffing: armen werden uit-besteed. Echte werkhuizen
kende het noorden, in tegenstelling tot andere delen van de
Republiek, lange tijd niet. Het eerste Drentse armenwerkhuis
werd in 1810 in Hoogeveen gesticht.
Klik op de foto voor het origineel!
MAAR
DEZE FOTO'S
dateren uit de dertiger jaren en
zijn echt in Oldelamer gemaakt. Ze komen uit een oud fries
gezinsblad 'Van Friese Groun'. De tekst is in een bijzondere stijl geschreven.
Het gemor van de arbeider wordt breed uitgemeten, maar er
wordt geen stelling ingenomen.
'De Stienser groep te Oldelamer aan
den arbeid. Naar aanleiding van de geruchtma-kende
conflicten bij de werkverschaffing in onze provincie hebben
wij eens een kijkje genomen bij een der werkterreinen die
werkverschaffing en wel onder Oldelamer'.
Wat de
aanleiding is geweest dier conflicten kunnen wij gevoegelijk
buiten bespreking laten, hierover hebben onderscheidene
dagbladen van verschillende richtingen voldoende
uitgewijd. Het is een feit dat de werkzaamheden niet ideaal
genoemd kunnen worden en dit is zeer begrijpelijk'.
'DE
BELOONING
kan niet
evenredig genoemd wor-den aan de verrichte arbeid en toch
heeft het zijn nut'. Een practisch nut dat niet onderschat mag worden. Groote
woeste terreinen waaraan men zich misschien in normale
tijden niets aan had laten gelegen liggen'.Wij
twijfe-len dan ook niet dat wan-neer straks de economi-sche
toestanden in norma-le banen zijn geleid, menig arbeider met
een zekere voldoening zal kunnen spreken over het toen
verrichte werk ook al waren de omstandigheden niet
gunstig te noemen'.
'GRONDWERK
EISCHT STOERE KERELS
en sterke knuisten. Wij willen
volstaan met enkele foto's te geven van het werkterrein te
Oldelamer teneinde de lezers eens een klein denkbeeld te
geven van het terrein en de daar te verrichte werkzaamheden.
Links eenige Leeuwarder werkeloozen bij het afgraven van 'n
berm'. De panoramafoto boven was een paginagrote
afbeelding uit het artikel over de werkverschaffing uit
'VAN FRIESE GROUN'
was een weekblad in de jaren dertig/veertig voor
Friesland. Het was een nette versie van de Panorama zoals we
dat nu kennen.
AAN HET
EIND VAN DE 19e EEUW werd werkverschaffing ook
populair bij gemeentebesturen. De van gemeentewege
georganiseerde werkverschaffing bestond vooral uit het
ontginnen van heidegronden de
aanleg en het verbeteren van bossen en de verbetering van
wegen. In de jaren 1920 en 1930 nam de werkverschaffing in
Noord Nederland massale vormen aan. Het begon met de ineenstorting
van de turfmarkt in 1921, waarmee de armoede ongekende
vormen aannam. Een steunregeling was onvoldoende, waarna de
overheid koos voor werkverschaffing op grote schaal met
behulp van overheidssteun. Er werden al langer bestaande plannen voor verbetering
van de rivieren en de afwatering in de werkverschaffing
ondergebracht. De burgemeester van Sleen, A. Jongbloed, werd
in 1922 benoemd tot 'rijksinspecteur voor werkverschaffing
en steunverleening'. In 1922 werkten al ruim 2500 mensen bij
van rijkssteun afhankelijke projecten.
MET DE
INTERNATIONALE ECONOMISCHE CRISES VAN 1929 kwamen
ook grote aantallen landarbeiders in de werkverschaffing
terecht. De werkverschaffing ontwikkelde zich op
zo'n wijze tot alternatief voor de steunregeling, dat
laatstgenoemde zelfs werd opgeheven. In 1934 werd de
steunregeling echter weer ingevoerd, omdat er te weinig
werkgelegenheid was om alle werklozen in de werkverschaffing
te plaatsen. Er zaten toen bijna 6000 Drenten in de
werkverschaffing. De talloze werkverschaffings-projecten
hebben het Friese, Groningse en Drentse landschap ingrijpend veranderd. Vele
kanalen werden gegraven of verbeterd, duizenden hectare bos
aangelegd en veel land in cultuur gebracht. Na
WO II werd de werkverschaffing voortgezet onder de naam DUW;
Dienst Uitvoering Werken.
KONINKLIJK
BEZOEK. Koningin
Wilhemina is in ieder geval twéé keer in Oldelamer geweest.
De één keer was in 1920. Zij is toen samen met Prins Hendrik
met de auto door Oldelamer gereden. Ze kwamen volgens het
NRC aan 'met den morgen-sneltrein aan in Wolvega en reden
met de auto via Oldelamer, Munnikeburen, Scherpenzeel en
Schoterzijl naar Lemmer, waar de stroomsluis en de
vissershaven werd bezocht'. Maar op vrijdag 8 juni 1934, dus ruim
70 jaar geleden, heeft ze volgens het NRC
de werkverschaffing te Oldelamer
bezocht,
samen met haar dochter, hare koninklijke hoogheid Prinses
Juliana. In werkelijkheid was het de Kooiweg in
Nijeholtwolde.
Je kunt
de tekst nu lezen, maar je kunt hem ook met onderstaand knopje
afspelen, alsof het een oud radio-verslag is. Geeft een extra
dimensie, maar is wel nep!
'Luide door de bevolking toegejuicht, stapten de Koningin en
Prinses in de gereedstaande auto's, waarna met kalmen gang
door Wolvega werd gereden. Vervol-gens werd een bezoek
gebracht aan de boerderij van den heer van den Meulen in de
ontginning te Oldelamer. De boer, die van het hooge bezoek
niet op de hoogte was, was zelf met zijn personeel op het
land aan het hooien'. 'Doch onder geleide van de boerin
werden de boerderij en het bedrijf bezichtigd. Hierna werd
de ontginning, welke voor de boerderij ligt, in oogenschouw
genomen en zoowel de Koningin als de Prinses betuigden hun
ingenomenheid met het nuttige werk, dat hier wordt verricht'.
Ongeveer drie kwartier werd hier ter plaatse vertoefd.
Vervolgens werd naar Heerenveen gereden. De tocht ging via
Oranjewoud Brongera voorbij de villa van den heer Bieruma
Oosting en die van mevrouw van Limburg Stirum.
Wilhemina en Juliana bleken hier
aanwezig op uitnodiging van de Heidemaatschappij en
bezochten het werkverschaffings-project 'DeOntginning' Het
gebied heet nog steeds zo. Maar ik vroeg mij af of dit bezoek
destijds
aan de boerderij van de familie van der Meulen nu eigenlijk wel gepland
was of niet. Ik kon mij namelijk niet echt voorstellen dat wanneer
je weet dat je
koninklijk bezoek krijgt je gewoon gaat hooien. En je niet in
je paasbeste uitfit, alles opgepoetst en wel ruim van te
voren, op dit uitzonderlijke bezoek gaat zitten wachten.
DAT BLIJKT OOK
HET GEVAL.
Tijdens
Hank's website presentatie in het dorpshuis ter
ere van het bezoek van
Gerard van Klaveren, die zich
februari 2006
als de nieuwe burgemees-ter Weststellingwerf komt voorstellen,
Hank heeft net dit krantenbericht in zijn bezit gekregen en
vraagt om reactie in de zaal. Rimmie Siebenga staat spontaan
op en roept: 'Het klopt, dat was bij ons!' 'Ik heb
het verhaal van mijn moeder gehoord.' Later
vertelt ze: 'Ik
vind het wel jammer dat ik later nooit doorgevraagd heb
over deze gebeurtenis'. 'Ik benieuwd naar de details; hoe ze
eruit zag, hoe ze gekleed waren enzo.' 'Ze zijn in ieder
geval op de boerderij geweest én in de stal.' 'Er liep op
dat moment een merrie met een veulen in de weide voor ons
huis'. 'Mijn moeder vertelde mij later dat Juliana er
helemaal weg van was en eigenlijk niet meer weg wilde'.
Klik op de foto voor een vergroting in kleur!
JE
ZOU DENKEN
dat Juliana op dat moment nog een meisje ismaar ze is dan
al 25 jaar. Maar het is een leuke anekdote.
Hiernaast zie je boerderij aan de Kooiweg 23 waar zich dit
mooie stukje lokale geschiedenis had moeten afspelen. De
familie Baas is er nog steeds 'de baas'.
Pake en Beppe Baas stonden destijds in het draaiboek van de Heidemaatschappij
om middels een koninklijk bezoek vereerd te worden. Helaas
liep voor hen het anders. Oom Meindert Baas was destijds een
jongen en
kan zich het verhaal nog als de dag van gisteren herinneren.'De boerderij was net
nieuw'. 'Alles was opgepoetst en met oranje sjerpen en vlaggen opgesierd'.
'Zelf
zat ik op ons dak op de uitkijk om in de verte
de voortgang van het bezoek te volgen'.
Klik op de foto voor een vergroting in kleur
OVERDONDERD.
'Eerst werd een bezoek gebracht aan het gebied waar door
werkloze mannen voor een grijpstuiver gewerkt werd'. 'Tot mijn
verbazing zag ik ze vervolgens naar de verkeerde boerderij
tweehonderd meter verderop gaan'. 'Toen het bezoek daar weer weg was,
ben ik er snel naar toe gegaan'.
'De
knecht van de familie van der Meulen was zo overdonderd van
het hoge bezoek dat plotseling in de schuur verscheen, dat
hij de kruiwagen met mest, waar hij mee bezig was, van
schrik liet staan en de schuur uit-rende'. 'Mevrouw van der Meulen heeft toen zelf de kruiwagen moeten verrijden om de
koninklijk gasten er langs te laten gaan'.
Klik op de foto voor een vergroting in
kleur!
TOT SLOT
een plaatje uit dezelfde periode. De Jonkers of Helomavaast
wordt uitgebaggerd en verbreed. Op oude landkaarten zie dat
de brugovergangen veel smaller waren dan de rest van de
vaart. Het bijschrift vermeld: 'Pootje Baaien, maar niet aan
zee. 't Moet hier geschieden in
de grauwe massa die de baggerma-chine opwerpt. Onder
Oldelamer troffen wij deze machine in bedrijf.'
Lees verder |